Statuten

Algemene bepalingen

Artikel 1 

  1. De stichting is genaamd: Stichting Sociëteit Volonté.
  2. De stichting is gevestigd in de gemeente Groningen. 
  3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. 

Doel en doelgroep

Artikel 2 

  1. De stichting heeft als doel het bevorderen van de onderlinge contacten en de onderlinge band tussen: 
    1. studenten die ingeschreven staan bij het Universitair Medisch Centrum Groningen en Farmacie. 
    2. docenten en medewerkers verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en Farmacie. 
  2. De stichting kent geen winstoogmerk. 

Artikel 3

  1. De stichting tracht haar doel te bereiken door: 
    1. het exploiteren van een horecabedrijf voor hen die, zoals in artikel 2 lid 1 omschreven, zijn verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en Farmacie. 
    2. andere dan de hier bedoelde personen worden slechts toegelaten na toestemming van het bestuur of de tot het beheer van het horecabedrijf door het bestuur aangewezen personen; nadere regels ten aanzien van toelating en introductie zijn in het Huishoudelijk Reglement vastgesteld. 
    3. het verrichten van al hetgeen noodzakelijk is om de in artikel 2 gestelde doelen te bereiken, in de ruimste zin van het woord. 
    4. het beschikbaar stellen van het pand waarin het horecabedrijf is gevestigd aan hen die, zoals in artikel 2 lid 1 omschreven zijn, eigen activiteiten wensen te organiseren; het bestuur bepaalt of bovengenoemde eigen activiteiten het doel van de stichting onderschrijven en of de eigen activiteiten toegestaan worden; 
    5. alle overige, het doel dienende middelen. 

Tapper


Artikel 4

  1. Iemand die op vrijwillige basis verbonden is aan de stichting, niet zijnde als bestuurslid dan wel als lid van de Raad van Toezicht, wordt tapper genoemd. 
  2. De tapper dient als student ingeschreven te staan bij de studierichtingen Geneeskunde, Tandheelkunde, Mondzorgkunde, Farmacie, Bewegingswetenschappen of vóór september 2006 te zijn ingeschreven als student bij de studie Life Science and Technology. 
  3. De tapper wordt voor onbepaalde tijd door het bestuur benoemd, middels een mondelinge overeenkomst. 
  4. Het tappersschap eindigt door: 
    1. bedanken; 
    2. het verlies van de in artikel 4 lid 2 gestelde voor het tappersschap vereiste hoedanigheid/-heden; 
    3. ontslag, indien daartoe met een meerderheid van tweederde van de stemmen wordt besloten door het bestuur; 
    4. faillissement van de tapper of het verlenen aan de tapper van surséance van betaling; 
    5. onder curatele stelling van de tapper of onder bewindstelling van het gehele vermogen van de tapper; 
    6. overlijden van de tapper. 
  5. De taak van de tapper is in samenwerking met medetappers en het bestuur op vrijwillige basis de doelstellingen, zoals gesteld in artikel 2 lid 1, van de stichting nastreven. 
  6. Specifieke taakomschrijvingen omtrent de tapper worden door het bestuur vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement. 

Bestuur


Artikel 5

  1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene tappersvergadering vast te stellen aantal van tenminste vier meerderjarige personen.
  2. De benoeming geschiedt door de algemene tappersvergadering uit de tappers. 
  3. Voor de benoeming van bestuursleden is tweederde meerderheid van de stemmen nodig. 
  4. De maximaal zes functies van het bestuur zijn vastgelegd in het Huishoudelijke Reglement. In één persoon kunnen meerdere functies zijn verenigd. 
  5. Alle bestuursleden worden benoemd voor een jaar. Eén bestuursjaar loopt van januari tot januari. 
  6. Voor een tussentijdse wisseling in bestuursfuncties is de goedkeuring van de algemene tappersvergadering vereist. 
  7. Het bestuur kent een rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is terstond hernoembaar. Degene die in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt op het rooster van aftreden de plaats in van zijn voorganger. 
  8. Het bestuurslidmaatschap eindigt door: 
    1. bedanken; 
    2. het verlies van de in artikel 4 lid 2 gestelde voor het tappersschap vereiste hoedanigheid/-heden; 
    3. periodiek aftreden in het geval van lid 5 van dit artikel wordt bedoeld; 
    4. ontslag, indien daartoe met een meerderheid van tweederde van de stemmen wordt besloten door andere bestuursleden dan diegene die voor ontslag is voorgedragen. Tevens is voor ontslag van het bestuurslid een besluit tot ontslag van het bestuurslid van de Raad van Toezicht nodig die is genomen met een meerderheid van tweederde van de stemmen; 
    5. faillissement van het bestuurslid of het verlenen aan het bestuurslid van surséance van betaling; 
    6. onder curatele stelling van het bestuurslid of onder bewindstelling van het gehele vermogen van het bestuurslid; 
    7. ontslag door de rechtbank; 
    8. overlijden van het bestuurslid.

Raad van Toezicht


Artikel 6

  1. De stichting kent een Raad van Toezicht, bestaande uit een door het bestuur te bepalen aantal van tenminste vier meerderjarige personen. 
  2. De heer Bernardus Rudolphus Frederikus Koning, geboren in de gemeente Weststellingwerf op drie april negentienhonderd vijftig, is lid van de Raad van Toezicht zolang hij dat wenst, mits hij medewerker bij de Rijksuniversiteit Groningen is. 
  3. Leden van de Raad van Toezicht dienen allemaal verbonden te zijn (geweest) als student, medewerker of docent aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en Farmacie. Men mag niet tegelijkertijd een functie binnen het bestuur en de Raad van Toezicht vervullen. 
  4. Nieuwe leden van de Raad van Toezicht worden door de raad benoemd met een meerderheid van tweederde van de stemmen. In het geval dat het aantal leden van de Raad van Toezicht daalt beneden het hiervoor genoemde minimum en de overige leden niet binnen drie maanden in de vacature voorzien of de Raad van Toezicht in het geheel geen leden heeft, is het bestuur bevoegd zoveel leden in de raad te benoemen als nodig is om te voldoen aan het hiervoor genoemde minimum aantal vereisten. Ook voor benoeming door het bestuur is tweederde van stemmen nodig. 
  5. De Raad van Toezicht kent geen rooster van aftreden. Alle leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor onbepaalde tijd. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht is niet hernoembaar. 
  6. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt door: 
    1. bedanken; 
    2. het verlies van de in lid 3 van dit artikel voor het lidmaatschap van de Raad van Toezicht vereiste hoedanigheid/-heden; 
    3. ontslag, indien daartoe met een meerderheid van tweederde van de stemmen wordt besloten door andere leden van de Raad van Toezicht dan diegene die voor ontslag is voorgedragen. Tevens is voor ontslag van het lid van de Raad van Toezicht een besluit van het bestuur vereist waarin tot het ontslag van het lid van de Raad van Toezicht wordt besloten met een meerderheid van tweederde van de stemmen; 
    4. faillissement van het lid van de Raad van Toezicht of het verlenen aan het lid van de Raad van Toezicht van surséance van betaling; 
    5. onder curatele stelling van het lid van de Raad van Toezicht of onder bewindstelling van het gehele vermogen van het lid van de Raad van Toezicht; 
    6. ontslag door de rechtbank; 
    7. overlijden van het lid van de Raad van Toezicht. 
  7. Specifieke taakomschrijvingen omtrent de Raad van Toezicht worden door het bestuur vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement. 
  8. Het bestuur voorziet de Raad van Toezicht uit eigen beweging van alle informatie welke het bestuur nodig of nuttig acht, of welke de Raad van Toezicht mocht wensen.

Bevoegdheden


Artikel 7

  1. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een ander sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 
  2. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid onderdelen van hun taak te doen uitvoeren door een bureau of commissies die door het bestuur worden benoemd.


Vertegenwoordiging

Artikel 8

  1. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd: 
    1. hetzij door het bestuur gezamenlijk; 
    2. hetzij door twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

Algemene Tappersvergadering 


Artikel 9

  1. Het bestuur vergadert minstens éénmaal per twee maanden met alle tappers middels een algemene tappersvergadering. 
  2. Indien door de tappers buiten de in lid 1 van dit artikel aangegeven termijn een algemene tappersvergadering gewenst is, zal dit met een meerderheid van tweederde van de tappers schriftelijk moeten worden aangegeven en zal het bestuur hier gehoor aan dienen te geven. 
  3. Op de algemene tappersvergadering dienen gedurende het jaar de volgende agendapunten in ieder geval besproken te worden: 
    1. Het op het afgelopen jaar betrekking hebbende jaarverslag; 
    2. Het op het komende jaar betrekking hebbende beleidsplan; 
    3. Het op het lopende boekjaar betrekking hebbende financieel halfjaarverslag; 
    4. Het op het afgelopen boekjaar betrekking hebbende financieel jaarverslag; 
    5. Het op het komende boekjaar betrekking hebbende begroting.
  4. Goedkeuring van het jaarverslag, financieel halfjaarverslag en financieel jaarverslag betrekking hebbende op het afgelopen jaar leidt tot beëindiging van het in dat jaar gevoerde beheer en beleid. 

Artikel 10 

  1. Op een algemene tappersvergadering dienen tenminste vier bestuursleden aanwezig te zijn. 
  2. De voorzitter van het bestuur roept ten minste acht dagen van tevoren alle tappers schriftelijk op om de algemene tappersvergadering bij te wonen. De secretaris maakt van het ter vergadering verhandelde notulen op die door de eerstvolgende algemene tappersvergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend. De notulen van de voorafgaande algemene tappersvergadering dienen voor inzage op de algemene tappersvergadering aanwezig te zijn. Bij afwezigheid of ontbreken van de secretaris wijst de voorzitter van de vergadering iemand aan die de notulen van de vergadering maakt. 
  3. De algemene tappersvergadering bestaat uit tappers en het bestuur. 
  4. Elke aanwezige tapper op de algemene tappersvergadering heeft één stem. 
  5. De algemene tappersvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur. Bij afwezigheid of ontbreken van de voorzitter voorzien de overige bestuursleden in de leiding van de algemene tappersvergadering. 
  6. Overige bepalingen omtrent de algemene tappersvergadering worden door het bestuur opgenomen in het Huishoudelijk Reglement. 

Besluitvorming 


Artikel 11: Algemene besluitvorming

  1. De algemene besluitvorming binnen het bestuur en de Raad van Toezicht geschiedt bij volstrekte meerderheid van stemmen. 
  2. Blanco stemmen gelden niet als uitgebrachte stemmen. De voorzitter van de betreffende vergadering beslist over de vraag of een stem is uitgebracht en over de geldigheid van een uitgebrachte stem. 
  3. Ieder bestuurslid en ieder lid van de Raad van Toezicht heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. 
  4. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij een ter vergadering aanwezige stemgerechtigde schriftelijke stemming verlangt; over personen schriftelijk en anoniem, tenzij een ter vergadering aanwezige stemgerechtigde zich daartegen verzet. Of een stemming personen of zaken betreft, wordt uitgemaakt door de voorzitter van de betreffende vergadering. 
  5. In geval bij een stemming over een voorstel betreffende zaken de stemmen staken dan wordt het voorstel verworpen. 
  6. Indien bij stemming betreffende personen niemand tweederde meerderheid op zich verenigt, vindt een tweede vrije stemming plaats. Wordt ook dan niet tweederde meerderheid verkregen dan wordt herstemd tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich verenigden, dan wel degene die het grootste aantal stemmen verkreeg en degene die het daarna volgende grootste aantal stemmen verkreeg. Staken bij de derde stemming de stemmen dan beslist het lot. Hebben bij de tweede vrije stemming meer dan twee personen het grootste of meer dan één het op één na grootste aantal stemmen verkregen dan zal bij een tussenstemming worden beslist wie van hen voor de herstemming in aanmerking komt. Staken bij deze tussenstemming de stemmen dan beslist het lot. 
  7. Het in de vergadering van het bestuur of de Raad van Toezicht uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 
  8. Een bestuurslid of lid van de Raad van Toezicht kan zich ter vergadering niet door een ander laten vertegenwoordigen. 
  9. Ook buiten vergadering kunnen door het bestuur en de Raad van Toezicht besluiten worden genomen mits dit met algemene stemmen en schriftelijk geschiedt. 

Artikel 12: Besluitvorming Algemene Tappersvergadering

  1. Besluiten van de algemene tappersvergadering zijn bindend voor het bestuur als dat voorafgaande aan de algemene tappersvergadering door het bestuur als zodanig wordt gewenst en is aangegeven op de agenda van de algemene tappersvergadering. Elk ander besluit van de algemene tappersvergadering wordt door het bestuur als advies overgenomen. 
  2. De besluitvorming van de algemene tappersvergadering geschiedt per tweederde meerderheid van stemmen. 
  3. Blanco stemmen gelden niet als uitgebrachte stemmen. De voorzitter van de vergadering beslist over de vraag of een stem is uitgebracht en over de geldigheid van een uitgebrachte stem. 
  4. Iedere tapper en ieder bestuurslid ter vergadering is gerechtigd tot het uitbrengen van één stem per stemming. 
  5. Indien bij stemming betreffende personen niemand de vereiste meerderheid op zich verenigt, vindt een tweede vrije stemming plaats. Wordt ook dan niet de vereiste meerderheid verkregen dan wordt herstemd tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich verenigden, dan wel degene die het grootste aantal stemmen verkreeg en degene die het daarna volgende grootste aantal stemmen verkreeg. Staken bij de derde stemming de stemmen dan beslist het lot. Hebben bij de tweede vrije stemming meer dan twee personen het grootste of meer dan één het op één na grootste aantal stemmen verkregen dan zal bij een tussenstemming worden beslist wie van hen voor de herstemming in aanmerking komt. Staken bij deze tussenstemming de stemmen dan beslist het lot. 
  6. Het in de vergadering van het bestuur of de Raad van Toezicht uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 
  7. Een tapper of bestuurslid kan zich ter vergadering door een ander laten vertegenwoordigen als dit schriftelijk en door beide partijen ondertekend, tenminste drie dagen voor de aanvang van de algemene tappersvergadering bij de secretaris van het bestuur kenbaar is gemaakt. 

Begroting, Financieel Jaarverslag en Financiële controle

Artikel 13

  1. Het boekjaar van de stichting loopt van één januari tot één januari van het daaropvolgend kalenderjaar.
  2. Het beheer van de financiën van de stichting berust bij de penningmeester. Deze bereidt de in artikel 8 lid 2 bedoelde begroting, financieel halfjaarslag en financieel jaarverslag voor en draagt zorg voor de benodigde toelichting daarop. 
  3. Het bestuur van de stichting is verplicht van haar vermogenstoestand een zodanige boekhouding te voeren dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 
  4. Binnen vier maanden na afloop van een boekjaar stelt het bestuur een financieel jaarverslag samen, ten minste bestaande uit een balans en een staat van baten en lasten. 
  5. Binnen vier maanden na afloop van een boekjaar wordt door het bestuur een begroting voor het komende boekjaar opgesteld. 
  6. Het bestuur laat de in artikel 8 lid 2 bedoelde begroting, financieel halfjaarverslag en financieel jaarverslag controleren door de Raad van Toezicht. Het bestuur is verplicht ten behoeve van die controle alle gevraagde inlichtingen te verschaffen, desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de stichting te geven. 
  7. Het bestuur laat de in artikel 8 lid 2 bedoelde begroting, financieel halfjaarverslag en financieel jaarverslag controleren door de Algemene Tappersvergadering. 
  8. Het bestuur is verplicht de in dit artikel genoemde bescheiden gedurende tien jaar te bewaren conform de wettelijke richtlijnen.


Jaarverslag en Beleidsplan


Artikel 14

  1. Het bestuur laat de in artikel 8 lid 2 bedoelde jaarverslag en beleidsplan vaststellen door de Raad van Toezicht. Het bestuur is verplicht ten behoeve van die controle alle gevraagde inlichtingen te verschaffen, desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de stichting te geven. 
  2. Het bestuur laat de in artikel 8 lid 2 bedoelde jaarverslag en beleidsplan vaststellen door de Algemene Tappersvergadering.

Reglementen 


Artikel 15

  1. Het bestuur kan een Huishoudelijk Reglement en andere Reglementen vaststellen. Vaststelling en wijziging van een Reglement behoeft voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht. 
  2. De Raad van Toezicht is bevoegd de gang van zaken binnen de raad bij een door de raad zelf vast te stellen Reglement te regelen. 
  3. De in beide voorgaande leden bedoelde Reglementen mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met deze statuten of de wet.

Statutenwijziging en Ontbinding


Artikel 16 

  1. Besluiten tot wijziging van de statuten of ontbinding van de stichting kunnen worden genomen door het bestuur in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig zijn, met een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen. 
  2. Zijn in een vergadering als in lid 1 van dit artikel bedoeld, niet alle bestuursleden aanwezig dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden binnen veertien dagen na de eerste, doch niet eerder dan zeven dagen na de eerste, waarin ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden, doch met tweederde van de uitgebrachte stemmen, over het voorstel kan worden beslist. 
  3. Voor het nemen van een bestuursbesluit tot het wijzigen van de statuten van de stichting, is voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig. 
  4. Tot het doen verlijden van de notariële akte van de statutenwijziging is ieder lid van het bestuur bevoegd. 
  5. Een besluit tot ontbinding moet inhouden op welke wijze, zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting, een eventueel batig liquidatiesaldo zal worden besteed. De vereffening van het vermogen van de stichting geschiedt door het bestuur. In stukken en aankondigingen die van de ontbonden stichting uitgaan wordt aan de naam van de stichting toegevoegd: in liquidatie.

Slotbepaling

Artikel 17

  1. In alle gevallen, waarin niet door de statuten, het Reglement of de wet is voorzien, beslist het bestuur na voorafgaand advies van de Raad van Toezicht te hebben ingewonnen.